donderdag 15 april 2021

De nieuwswaarde van populisten

 

Meer nog dan andere partijen hebben rechtspopulistische politici media aandacht nodig, en die krijgen ze ook voldoende met dank aan alle controversiële uitlatingen. Over de ongemakkelijke relatie van de ‘msm’ (mainstream media) met rechtspopulisten en hun invloed op de populariteit daarvan, stond vorige maand een interessant stuk in de Volkskrant. Media staan in de rij voor een gesprek met Geert Wilders, die dat zelf afhoudt. Met als gevolg dat er juist veel over hem wordt gepraat. Baudet stapt herhaaldelijk op uit talkshows als hem iets niet bevalt, met meer aandacht als gevolg. “Media aandacht en partijpopulariteit versterken elkaar: journalisten doen verslag van een partij, waarna die partij in de peilingen stijgt, waarna meer media erop duiken, waarna de zetelaantallen blijven oplopen, etc.”

Zichtbaarheid

Dat wordt bevestigd door onderzoek naar het verband tussen de zichtbaarheid van Wilders in drie Nederlandse kranten en zijn zetelaantal in de peilingen tussen 2004 en 2017. Daarbij was de invloed van de media aandacht belangrijker dan die van de peilingen. Dit bevestigt de vaak gehoorde (en door de media vaak ontkende) bewering dat de populariteit van populisten mede aan overmatige media aandacht is te wijten. Deze aandacht, ook als die kritisch is, verschaft de partij legitimiteit. Hoewel populisten zelf altijd beweren dat de media zo vooringenomen zijn, profiteren ze er dus wel degelijk van, meer dan middenpartijen ook. Een optreden van Baudet of Wilders met bijbehorende provocerende uitspraken en felle discussies, leidt tot meer aandacht in andere media en op Twitter. Hun achterban smult er vervolgens van hoe zij de gevestigde macht uitdagen en zich niet de mond laten snoeren. Hoewel Twitter meer preken voor eigen parochie is, en het dezelfde volgers zijn die talloze tweets van Baudet en Wilders retweeten, versterkt Twitter ook de aandacht voor hen weer. Geregeld halen hun uitspraken op Twitter het journaal.

Media zijn zich van deze invloed wel bewust, al bagatelliseren ze het soms ook, zo blijkt uit een rondgang van de Volkskrant bij verschillende media en (oud)journalisten. Men wil brengen wat ‘relevant’ is, maar wanneer is dat het geval? En media geven toe ook te profiteren van populistische politici omdat hun uitspraken zo lekker stellig en simpel zijn, in tegenstelling tot het soms wollige taalgebruik van gematigde politici. Dat doet mij denken aan een artikel in de Volkskrant van 2014, waarin werd uitgelegd waarom eenmansclubs zoals Federatief Joods Nederland (Loonstein) of Rikus Spithorst van de Maatschappij voor beter OV zo vaak in de media kwamen, en de veel grotere gematigde organisaties als het CIDI en Rover veel minder:

“Journalisten bellen hem vaak voor achtergrondinformatie of een stevige quote, die hij meestal meteen kan oplepelen (...) Spithorst heeft een eigen geluid en neemt geen blad voor de mond. Dat maakt hem verfrissend. Hij neemt altijd op en reageert meteen, terwijl Rover lang op zich laat wachten en diplomatiek antwoordt”, aldus een redacteur van de Volkskrant. Dit verhaal geldt natuurlijk ook voor eenmansbedrijf Een Ander Joods Geluid, dat in het artikel niet werd genoemd. Jaap Hamburger reageert snel met stevige kritiek, dingen die niet-Joden niet zo snel durven zeggen over Israel of antisemitisme. En journalisten hebben haast, hun stukkie moet snel klaar en er moet een pakkende kop boven. Dan heb je meer aan Wilders, Baudet, Spithorst of Hamburger dan aan een gematigd iemand die goed nadenkt over wat hij/zij de krant vertelt en wellicht eerst even wil overleggen met de communicatie adviseur.

Nieuwswaarde

Hoewel verschillende journalisten desgevraagd aangeven goed op te letten en af te wegen of de strapatsen van Baudet of Wilders wel echte nieuwswaarde hebben, domineren ze toch vaak de berichtgeving. Trouw geeft toe ondanks pogingen ‘proportioneel aandacht te besteden aan de partijen’ daar niet altijd in te slagen. Marcel Gelauff van de NOS zegt dat het schokeffect van uitspraken van Wilders en Baudet afneemt. En daarmee dreigt normalisering. De Volkskrant bracht de racistische appjes van Baudet eerder dit jaar pas op pagina 9. ‘Hoe nieuwswaardig is het als iemand elke dag een grens over gaat?’ Heel nieuwswaardig, zou ik zeggen. Want allerlei mensen overwegen een stem op deze persoon, die mediageniek wordt genoemd, en dan lijkt het me van het grootste belang te weten hoe extreem zijn opvattingen zijn.

De winst van (rechtse) populisten wordt dus mede veroorzaakt door de onevenredige media aandacht die ze krijgen. Dat weten ze en daar spelen ze op in, en hoewel de serieuze media proberen om hier kritisch op te zijn gebeurt het toch. Daarbij is het effect van normalisering cruciaal. Je ziet een knappe jongeman zitten bij een talkshow, die weliswaar kritisch wordt ondervraagd maar dat geldt ook voor gematigder politici. En die meepraat, grapjes maakt, en dus eigenlijk gewoon een heel normaal iemand waar je prima op kunt stemmen. Daarom misschien kwam Martijn Koning met zijn ‘roast’ bij Jinek, om duidelijk te maken dat hier geen normaal geaccepteerd iemand zit maar een extremist, een racist en antisemiet die buiten deze orde zou moeten vallen. Hij ging te ver, vooral daar waar hij er zijn vriendin en eventuele kinderen bijhaalde, en grappig was het ook niet, maar ik kan me wel voorstellen dat hij bovengenoemd patroon wilde doorbreken.

Eigen volk

Dit alles in schril contrast met de jaren ’80, toen een racist nog een echte paria was waar je niet mee praatte, en zelfs niet naast wilde zitten in de Kamer. En je was al een racist als je ‘Eigen volk eerst’ en ‘Vol is vol’ zei, je hoefde echt geen Holocaustontkenners te retweeten, op bijeenkomsten van neonazi’s te speechen, met bekende racisten uit de VS te dineren, of bizarre complottheorieën te verzinnen over hoe de elite expres al die mensen hierheen haalt om onze cultuur kapot te maken.

Destijds schreeuwde half Nederland moord en brand over Hans Janmaat van de Centrumpartij. Hij vond dat we geen buitenlanders meer moesten toelaten en eerst voor onszelf moesten zorgen; een behoorlijk normaal rechts standpunt in de huidige tijd. Bij een bomaanslag door antifascisten is zijn vriendin een been verloren, iets waar weinigen door ontzet waren. ‘Zo gaat dat met racisten en neo-nazi’s’, was de teneur. Nu zitten er bijna 30 Kamerleden rechts van de VVD in de Kamer. Velen van hen hebben zich in het echt of op Twitter weleens grof uitgelaten over buitenlanders, onsmakelijke dingen over Joden of de Holocaust gezegd of zaten in app-groepen waar racisme en antisemitisme bon ton waren (bedenk even dat de mensen van het ‘nette’ JA21 tot afgelopen november met Baudet in een partij zaten, nadat hij al talloze idiote opvattingen had geventileerd en kontakten met extremisten had. Ik heb ze daar weinig over gehoord, zolang het geen expliciet door hemzelf geuit antisemitisme was vond men het blijkbaar best).

Kritisch maar correct

Veel mensen lijken zich er niet meer echt druk om te maken. Iedere maand duikt er wel een nieuw schandaaltje op rond FvD, maar of Baudet nou zegt dat George Soros achter corona zit en Hillary Clinton een pedofiel is, of dat iedereen die hij kent een antisemiet is, of dat de elite via de massa-immigratie onze cultuur kapot wil maken, of dat het Neurenberg tribunaal onwettig was en de nazi’s daar niet veroordeeld hadden mogen worden, dat vrouwen zin hebben ook als ze nee zeggen, dat zwarten een lager IQ hebben, dat Erkenbrand een prima club van jonge idealisten is, etc. etc., het lijkt er niet echt toe te doen. Journalisten bejegenen hem kritisch maar correct, in de Kamer wordt hij normaal behandeld. Een excentriekeling die af en toe wat te diep in het glaasje kijkt en dan flirt met verkeerde ideeën, zo wordt vaak vergoelijkend gezegd. Of zoals Hiddema (die zelf op Freek Jansen stemde, de leider van de jongerenorganisatie waar een beerput aan antisemitische en neonazi-bagger uit naar boven kwam) het zei: ‘Baudet moet gewoon stoppen met Twitter, dan is het een beste kerel’.

Ik vind het gevaarlijk dat je op dergelijke extremistische ideeën, waarvan we hebben gezien waartoe ze kunnen leiden, niet wordt afgerekend. Dat je omdat je je terras open wilt op zo iemand gaat stemmen. In de jaren ‘80 werd er over-gereageerd op Janmaat. Nu wordt er zwaar onder-gereageerd op Baudet en zijn maten, en worden de meest extreme ideeën gelegitimeerd. Samen met de opkomst en verspreiding van nepnieuws en de fabeltjesfuik een zeer gevaarlijke ontwikkeling...

Ratna Pelle

woensdag 14 april 2021

Mensen die op populisten stemmen

 

In mijn vorige blog ging ik in op de verkiezingsuitslag van 17 maart en de winst voor de VVD en Mark Rutte, die mij in zekere zin verbaasde omdat er zoveel kritiek was op het beleid van de regering, vooral betreffende de coronacrisis en de toeslagenaffaire. Van deze kritiek heeft links niet geprofiteerd, ondanks de inzet van bijv. SP’er Renske Leijten in het boven tafel krijgen van gevoelige informatie in de toeslagenaffaire. Wel geprofiteerd heeft Forum voor Democratie, dat tegen de verwachting in 8 zetels won. Dit ondanks de openlijk racistische en antisemitische opmerkingen en tweets van Thierry Baudet en co, en zijn van de pot gerukte complottheorieën.

Bestuursstijl

Inmiddels heeft het imago van premier Rutte toch een flinke deuk gekregen. Wat de toeslagenaffaire of de vele blunders tijdens de coronacrisis niet vermochten, leek even werkelijkheid te worden na een uitglijder door een onhandigheid van een verkenner. Rutte zei net iets te nonchalant dat dit echt niet nog in de Kamer moet worden uitgespeld, dat we dóór moeten, het land moet geregeerd, niet zo zeuren over kleinigheden en formulerinkjes, we gaan het snel en efficiënt regelen onder mijn leiding. De onvrede van mensen, van Kamerleden althans, leek zich te kanaliseren in die ene opmerking over dat ene Kamerlid, dat ene leugentje, dat staat voor de arrogantie van de macht, en uiteindelijk ook voor de houding die tot de toeslagenaffaire kon leiden, in de woorden van Leijten en datzelfde Kamerlid: de ‘Rutte doctrine’.

Dit gaat over bestuursstijl, over transparantie, over de rol van de regering versus de Kamer, en staat daarbij los van ontevredenheid over het inhoudelijke beleid, bijvoorbeeld of de Belastingdienst wel zoveel aandacht had moeten besteden aan fraudebestrijding bij toeslagen, versus fraudebestrijding bij brievenbusfirma’s of andere bedrijven.

Bonussen

Wat mij vaak verbaast is dat mensen die ook inhoudelijke kritiek hebben, die het bijvoorbeeld onbegrijpelijk vinden dat er bonussen worden uitgekeerd aan topbestuurders terwijl de gewone werknemer er niet op vooruit gaat, dat niet omzetten in een linkse stem. Waarom stemmen mensen die ontevreden zijn niet op partijen die met inhoudelijke en enigszins realistische oplossingen komen? Zoals bijvoorbeeld belastingverhoging zodat we mensen in de zorg en op scholen beter kunnen betalen, of weer terug naar het ziekenfonds als je kritiek hebt op het huidige systeem met zijn vele verzekeringen die elk jaar weer een puzzel vormen wie wat wel en niet vergoedt bij welke zorgverlener?

Vind je dat de marktwerking te ver is doorgeschoten, dat de kleine man het niet meer kan volgen, dat de gewone Nederlander wordt vermalen door een bureaucratisch en star overheidsorgaan? Nee, ik ben niet van de SP maar ik verbaas me er wel over dat mensen met dergelijke kritiek op partijen stemmen die de belasting willen verlagen, het bedrijfsleven ruim baan geven en de publieke voorzieningen verder uitkleden – althans dat is wat hun stemgedrag zegt, de verkiezingsprogramma’s zeggen natuurlijk allemaal dat alles belangrijk is en iedereen het beter moet krijgen. Geen belasting betalen maar wel een overheid die alles goed regelt en betaalt, van nu het ene noodhulp pakket na het andere, goede zorg, goede infrastructuur, voldoende woningen in alle sectoren, goed onderwijs, en ook politie natuurlijk en misschien toch ook iets voor defensie en het tegengaan van cybermisdaad, etc. etc. Iedereen snapt dat dat niet kan en dat is dus prima uit te leggen.

Rechtspopulisten

De coronacrisis heeft meer dan ooit duidelijk gemaakt hoe belangrijk de zorg is, en hoe urgent onze omgang met de natuur herzien moet worden. Daarvoor moet je niet bij de VVD zijn en ook niet bij Forum. Wilders zegt op te komen voor de zorg en dient moties in dat zorgpersoneel meer betaald moet krijgen, maar als je ondertussen de belasting wilt verlagen is het de vraag waarvan je dat moet betalen. Oh ja, van het mythische einde-aan-de-massa-immigratie natuurlijk.  Ten eerste is die al ingeperkt door de huidige regering, ten tweede zitten we aan verdragen vast, en ten derde zijn de meeste ‘buitenlanders’ (of vooral moslims want daar gaat het Wilders om) hier niet via een asielprocedure gekomen maar zijn hun ouders lang geleden hierheen gehaald om onze economie te helpen groeien. Hun kinderen zijn vaak fanatieker moslim dan zij waren en dat verander je niet door de grenzen te sluiten, maar dat terzijde.

De meeste stemmers op de populisten kijken blijkbaar niet erg kritisch naar de haalbaarheid van de plannen van Wilders en Forum of naar het verschil tussen wat zij zeggen en wat ze vervolgens doen. Rechtspopulisten worden zelden afgestraft voor het niet kunnen waarmaken van al hun beloftes en de onhaalbaarheid van hun plannen, omdat hun achterban dat kennelijk niet belangrijk vindt. Ze willen vooral een signaal afgeven, laten merken dat ze boos zijn en daarmee de traditionele partijen een opdonder geven. De behoefte om frustraties om te zetten in een stem lijkt het te winnen van de wens op een partij te stemmen die het meeste kans maakt daadwerkelijk iets aan het probleem te doen.

Ook extreme of zelfs openlijk racistische ideeën schrikken veel kiezers niet meer af. Wilders stemmers geven steevast aan dat ze niet al zijn opvattingen delen over moslims, maar het belangrijk vinden om op iemand van buiten de gevestigde orde te stemmen, tegen de elite, iemand die ‘zegt waar het op staat’ en ook bij zijn verhaal blijft. En iemand die hun problemen zoals verlies van autonomie en identiteit door ‘Brussel’ en teveel buitenlanders serieus neemt. Hoe hard gevestigde partijen ook roepen dat zij dat ook serieus nemen, hoe vaak die ook in gesprek gaan met ‘de gewone man’, zo wordt dat door hen niet ervaren. Misschien omdat die partijen wel luisteren maar ook kritisch zijn en niet overal in meegaan. Het is misschien een beetje als het eten van een vette snack die snel verzadigt tegenover een voedzame verantwoorde maaltijd: het eerste is aantrekkelijker maar het tweede beter op de langere termijn.

Burgerparticipatie

De vraag is hoe mensen kunnen worden overtuigd voor de voedzame maaltijd te kiezen, hoe ze kunnen worden aangesproken op hun ratio, op hun vermogen kritisch mee te denken in plaats van een lange neus te trekken naar de gevestigde orde. Mensen die op populisten stemmen hebben hun vertrouwen in de ‘gevestigde orde’, de traditionele partijen met hun machtsstructuren en ‘baantjes carrousel’ verloren, maar dat wil niet zeggen dat ze geen begrip hebben voor lastige dilemma’s en afwegingen.

Ik vind in dat opzicht de ideeën interessant over meer burgerparticipatie waarbij echte, reële invloed en verantwoordelijkheid wordt gegeven aan een a-selecte groep burgers. Geen referenda maar groepen burgers daadwerkelijk over lastige zaken laten meebeslissen, een beetje zoals de burgerjury’s in sommige landen. Uit onderzoek blijkt dat zij dan veel meer dan je zou verwachten op grond van wat je zoal leest op Twitter na uitspraken in belangrijke zaken, tot genuanceerde en afgewogen besluiten komen.

Uiteraard moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan, en het zal niet met alle onderwerpen mogelijk zijn, maar ik denk dat democratie veel meer moet zijn dan een keer in de vier jaar stemmen. Ook de structuur die wij kennen met partijen waarvan je lid kunt worden en waarin je zelf invloed kunt uitoefenen door actief te zijn, werkt steeds minder. Juist in de populistische partijen is er weinig ruimte voor participatie van mensen van buiten de politiek, en wil de leider graag alle touwtjes in handen houden. Partijen zouden meer durf moeten hebben en vindingrijker kunnen zijn in het aanspreken van burgers op hun verantwoordelijkheidsgevoel en creativiteit, en zo de populisten de wind uit de zeilen kunnen nemen. Zij hebben immers de mond vol over de arrogantie van de macht en dat er niet naar de burger wordt geluisterd, maar doen daar zelf als het erop aan komt vrolijk aan mee. Zij nemen de burger uiteindelijk allerminst serieus, hoezeer ze hem/haar ook naar de mond praten.

Ratna Pelle