vrijdag 10 juli 2020

Coronaboetes kloppen voor geen anderhalve meter

Voor de Aleh, blad voor Nederlanders in Israel, schrijf ik een nieuwsoverzicht met het belangrijkste nieuws uit Nederland. In het laatste (digitale) nummer stonden aanpak en problemen rond de coronacrisis centraal in mijn overzicht. Daarbij is een stuk over de uitgedeelde boetes en de vraag of die juridisch wel steek houden en ook rechtvaardig zijn, helaas al voor het de eindredactie bereikte gesneuveld omdat het te detaillistisch is en daarom maar in beperkte mate interessant voor mensen die hier al lang weg zijn.

Ik had eigenlijk nog willen schrijven over de coronaboetes en de grote verschillen tussen gemeenten in de handhaving; in Nieuwsuur werd daar vorige week uitgebreid aandacht aan besteed terwijl eerder al juristen de willekeur en de onduidelijkheid over de interpretatie van de regels hekelden. Zij raadden mensen toen aan om de boetes aan te vechten en dachten dat een flink deel niet zou standhouden voor de rechter. Het meest spraakmakend was de boete die in Schiedam werd uitgeschreven aan vier mensen die, keurig op afstand van elkaar, een gebakje aten. Dit was een spontane actie van twee ouders die hun kind en diens partner opzochten, waarna men buiten een gebakje at. Deze boete leidde tot veel verontwaardiging. Met de crowdfundingactie 'Schiedam met slagroom' werd binnen een dag meer dan 1600 Euro opgehaald. Toch verklaarde de burgemeester achter de boete te staan. Uit de Nieuwsuur reportage bleek dat Schiedam met 639 boetes van half maart tot half juni in de top drie staat van gemeenten waar per 10.000 inwoners de meeste boetes zijn uitgedeeld.

Dergelijke boetes (ook voor bijvoorbeeld een verstandelijk beperkte jongen die op straat twee bekenden tegen kwam, of een vrouw die in een park in Nijmegen op een koord balanceerde terwijl een paar anderen in haar buurt toevallig ook circusachtige dingen deden) komen op de mensen die ze krijgen extreem onrechtvaardig over; ze hadden op zijn minst een waarschuwing willen krijgen omdat ze dachten niks fout te doen. Ondertussen kwamen 40 jongeren op een illegaal feest in Arnhem er wel met een waarschuwing vanaf.

Het is moeilijk, zo niet onmogelijk, om altijd consequent te zijn maar dit gaat wel heel ver. Hoe onduidelijk een en ander is blijkt ook uit het volgende citaat uit een NOS artikel van 22 mei, kort nadat premier Rutte een serie versoepelingen aankondigde:

Premier Rutte zei deze week dat het nooit verboden is geweest om buiten te zijn in groepen van meer dan drie personen. "Daar zit geen strikte begrenzing op", zei hij dinsdag, mits de afstandsregels worden nageleefd en het geen evenement wordt.

Maar er zijn gevallen bekend waarin groepen van vier of meer toch zijn behandeld als verboden samenscholing. "Vanuit de overheid was vanaf het begin gecommuniceerd dat groepen van meer dan drie niet zijn toegestaan. Daar hebben wij ook op gehandhaafd", zegt een woordvoerder van de Nationale Politie. "Maar beleid was wel om eerst te waarschuwen en in gesprek te gaan."

Kortom, de politie en Rutte spreken elkaar hier tegen. Dat lijkt mij reden genoeg om alle boetes die op grond van samenscholing zijn gegeven kwijt te schelden. Niet alleen is het verschil met groepsvorming in de praktijk lastig, het slaat ook nergens op. Het virus maakt echt geen onderscheid tussen wie heeft afgesproken dan wel een ander spontaan ontmoet. En van dat eerst waarschuwen kwam dus lang niet altijd wat terecht. Daarnaast staan de boetes in geen verhouding tot het werkelijke gevaar of de schade die mensen hebben veroorzaakt. Mensen die zelfs 30 km te hard rijden in het verkeer komen er met minder vanaf. Toen in maart de maximumsnelheid werd verlaagd naar 100 km per uur op de snelweg, gaf een kwart van de mensen aan zich daar niet aan te zullen houden. Men besloot echter om daar maar zeer bescheiden op te gaan handhaven. Veel lichte verkeersovertredingen worden zelden beboet. Ik verbaas mij geregeld over de lichte straffen waar mensen die zwaar letsel veroorzaken met hun roekeloze (rij)gedrag, mee wegkomen. Waar het anderen in gevaar brengen betreft, is de hoogte van de coronaboetes echt totaal buiten proportie.

Dat er zo streng op soms onduidelijke, nieuwe en diep in ons privéleven ingrijpende maatregelen is gehandhaafd is zeer discutabel en tast het rechtsgevoel aan. Toch heeft maar eenvijfde van de mensen de boete die zij kregen aangevochten, zo meldde de NOS gisteren. Ik hoop dat deze boetes massaal zullen worden kwijtgescholden. Waar mensen bewust de regels overtraden en bijv. een illegaal feest organiseerden, verdienen zij straf. Wanneer burgers ongepland, uit onnadenkendheid of omdat ze het echt niet wisten of snapten, een regel overtraden past een coulante houding. We hebben met zijn allen ons goed gedragen benadrukt Rutte steeds. Ondertussen heeft eenieder zich vast weleens even niet aan de afstandsregel gehouden of is op een mooie dag toch naar een relatief drukke plaats gekomen, heeft een niet strikt noodzakelijke reis gemaakt of ging naar de supermarkt op een druk moment. De overgrote meerderheid is daarvoor gelukkig niet beboet, de relatief kleine groep die net pech had dat er een overijverige boa in de buurt was verdient geen 400 euro boete en aantekening op het strafblad.

Ratna Pelle

~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*

Nieuws uit Nederland (Aleh juni 2020)

De afgelopen maanden stonden het nieuws en het openbare leven in Nederland uiteraard voor een groot deel in het teken van de corona crisis. Wat daarbij opvalt is hoe Nederland door de snelle verspreiding van het virus werd overvallen en aanvankelijk steeds achter de feiten aan liep.

Nog op 22 januari schreef minister Bruins van Volksgezondheid: ‘Het virus lijkt niet makkelijk van mens op mens overdraagbaar’, en: ‘de kans dat het naar Europa komt [is] klein’. Dit was niet zo vreemd als het nu lijkt, want ook de WHO deelde die visie nog half januari, op basis van informatie uit China. Ook toen de eerste besmettingen eind januari Europa bereikten, bleef men herhalen dat ‘de kans op uitbraken klein is, zolang besmette mensen direct worden geïsoleerd’. Dit was de houding in Nederland tot begin maart. Alleen mensen die in risicogebied waren geweest en klachten hadden, werden getest. Daardoor bleven veel besmettingen onder de radar en kon het virus zich ongemerkt verspreiden onder de bevolking.

Bij ons werd eind februari de eerste officiële besmetting geconstateerd, bij een man uit Loon op Zand die voor zaken in Noord-Italië was geweest, waar het al volop heerste toen, en vervolgens in een zaal carnaval vierde. Later bleek dat het hier al eerder in omloop was en er voor de carnaval al mensen besmet waren, maar omdat de symptomen soms zo mild zijn en niet te onderscheiden van een gewone verkoudheid of griep, werd dit pas vrij laat vastgesteld. Men dacht het virus via contactonderzoek in de hand te kunnen houden en voerde nauwelijks beperkingen in. Het aantal besmettingen nam begin maart echter snel toe en was niet meer te herleiden tot al bekende gevallen of risico gebieden, en op 9 maart werden de eerste algemene maatregelen bekend gemaakt: handen wassen, niezen in de ellenboog, papieren zakdoekjes gebruiken en geen hand meer geven (waarbij Rutte op de betreffende persconferentie RIVM-hoofd Van Dissel toch een hand gaf, een beeld dat tekenend werd geacht voor de nonchalante wijze waarop men er aanvankelijk mee omging).

Daarna ging het hard: 10 maart riep men op tot sociale onthouding in Noord-Brabant, waar in de kielzog van de carnaval de meeste besmettingen waren geconstateerd, en enkele dagen later werd besloten dat mensen zoveel mogelijk moeten thuiswerken, dat evenementen met meer dan 100 mensen verboden zijn en culturele instellingen moeten sluiten. Ook kwam er een vliegverbod voor risicolanden. Het aantal besmettingen steeg inmiddels met meer dan 100 per dag en de eerste mensen overleden. Zondag 15 maart werd abrupt alle horeca gesloten en, vooral onder druk van leraren en de Tweede Kamer, werd besloten dat alle scholen dichtgaan. Ook werden mensen opgeroepen om anderhalve meter afstand van elkaar te bewaren en sociale activiteiten maar ook vergaderingen en sportlessen etc. werden stopgezet of moesten per videoverbinding. Er waren toen al 1.135 bekende besmettingen en 20 doden. Het openbaar vervoer ging over op een beperkte dienstregeling en men werd opgeroepen alleen echt noodzakelijke ritten te maken.

Maandag 16 maart hield Rutte zijn befaamde toespraak waarin hij het had over het opbouwen van groepsimmuniteit en stelde dat een groot deel van de bevolking besmet zou raken. Dit leidde tot veel verwarring en kritiek, ook uit het buitenland. Aan het einde van die week waren er, met steeds minder testen, 2.994 bekende besmettingen en 106 doden. Nadat in het weekend veel mensen de natuur in trokken, werden maandag 23 maart de maatregelen aangescherpt. Mensen kunnen nu boetes krijgen als ze geen afstand houden of met meer dan drie mensen samen zijn (groepsvorming). In tegenstelling tot veel andere landen mag je wel nog naar buiten, maar graag zo min mogelijk. Verzorgingshuizen en sommige ziekenhuizen worden gesloten voor alle bezoek. Als een lid van een gezin (milde) klachten heeft, moet iedereen thuisblijven. Contactberoepen zoals kappers moeten sluiten, maar winkels mogen openblijven. Veel winkels besluiten echter zelf de deuren te sluiten. De ‘intelligente lockdown’ is een feit. Er zijn inmiddels 4.749 bevestigde besmettingen en 213 doden. De ziekenhuizen en IC's lopen vol en er is een nijpend tekort aan beschermingsmateriaal en testen. Op 31 maart zijn er 12.595 bevestigde besmettingen en 1.034 doden. Alle maatregelen worden verlengd tot 28 april. Begin april is de druk op de zorg op zijn hoogtepunt met meer dan 1400 patiënten op de IC's, die daarvoor in allerijl zijn opgeschaald. Op 21 april zijn er 34.134 bevestigde besmettingen en bijna 4.000 doden, maar het aantal ziekenhuisopnames en mensen op de IC daalt en ook de stijging van het aantal doden neemt af. De pessimistische scenario’s die nog erger voorspelden komen niet uit en twee haastig opgezette noodhospitalen blijven ongebruikt.

Ondertussen echter voltrekt zich een stille ramp in verpleeg- en verzorgingshuizen met de meest kwetsbare ouderen: vele duizenden blijken besmet, zo'n 40% van de huizen heeft met besmettingen te maken, en bijna de helft van de besmette mensen overlijdt aan het virus. Een reden hiervoor is waarschijnlijk dat zij bij de verdeling van beschermingsmiddelen achter in de rij stonden, en verzorgend personeel het virus onbeschermd en ongemerkt heeft doorgegeven. Pas eind april wordt dit serieus genomen en de verdeelsleutel aangepast. Ook worden er dan op wat grotere schaal mondkapjes in eigen land geproduceerd, maar het is nog steeds te weinig, en dit probleem doet zich in de loop van mei nog steeds voor. Eind mei wordt op beperkte schaal weer bezoek toegelaten in verzorgingshuizen.

Begin mei worden een aantal versoepelingen bekend gemaakt. Nadat een week eerder al werd besloten de basisscholen (gedeeltelijk) te openen, mag er vanaf half mei weer buiten gesport worden in groepsverband en kunnen we weer naar de kapper. Op 6 mei is het aantal doden opgelopen tot boven de 5.000, maar is de druk op de zorg verder gedaald. Het aantal mensen dat overlijdt is gedaald van meer dan 100 naar zo'n 25 per dag, en zo'n 10 per dag begin juni. Op 19 mei wordt definitief besloten dat de al eerder in het vooruitzicht gestelde versoepelingen per 1 juni doorgaan: opening van de horeca en culturele instellingen (max. 30 mensen binnen, anderhalve meter afstand). Groepen tot 30 mensen zijn toegestaan mits men afstand houdt. De basisscholen gaan helemaal open en een week later ook gedeeltelijk de middelbare scholen, en vanaf half juni op beperkte schaal het hoger onderwijs. Het OV rijdt weer een normale dienstregeling maar (niet medische) mondkapjes worden daarin verplicht. Over nut en noodzaak van de mondkapjes was lang discussie: RIVM en regering zagen er steeds weinig heil in voor het publieke leven; de verplichting nu voor het OV komt daardoor niet erg geloofwaardig of consequent over.

Begin juni wordt besloten dat de grenzen met een aantal Europese landen weer opengaan per 15 juni en het negatieve reisadvies wordt ingetrokken. Voor landen met een hoger risico en landen buiten de EU blijft het voorlopig wel nog bestaan. Ook is men vanaf 1 juni begonnen met uitgebreider testen: iedereen met (lichte) klachten kan een speciaal nummer bellen en een afspraak maken om getest te worden.

Wat opvalt is het hoge aantal doden in Nederland, het nijpende tekort aan beschermingsmiddelen en testen, en hoe men aanvankelijk achter de feiten aanliep. Voordat we het in de gaten hadden bleek het virus zich (o.a. door carnaval en andere samenkomsten, vandaar dat er in het zuiden veel meer besmettingen waren) al veel verder te hebben verspreid. Dit komt o.a. omdat er maar heel beperkt werd getest. ‘Blijf thuis bij klachten’ was het devies, dan is testen niet nodig. Het totaal aantal besmette mensen lag daardoor volgens schattingen aanvankelijk wel 10 keer zo hoog dan de bevestigde besmettingen die dagelijks werden gemeld. Ook het aantal doden was hoger, zo bleek toen de zogenaamde ‘oversterfte’ bekend werd gemaakt: het aantal mensen dat in deze maanden meer was overleden dan normaal te verwachten is. Ook bleek later dat een flink aantal mensen (schattingen lopen van 25 tot wel 40%) geen of nauwelijks klachten ervaart terwijl men wel besmettelijk is. De ziekte heeft twee gezichten: voor zo'n 85% is het een griepachtige infectie, terwijl de overige 15% er ernstig ziek van wordt, met soms blijvende schade in het hele lichaam of de dood tot gevolg.

Wat verder opvalt is dat met onze ‘intelligente’ lockdown de cijfers even hard omlaag gingen als in bijv. Frankrijk waar je niet eens meer een ommetje mocht lopen of een rondje hardlopen. Ook de relatieve drukte in de weekenden met mooi weer heeft niet tot een nieuwe opleving geleid of zichtbaar de daling afgeremd. Dat geldt ook voor de versoepelingen en de duidelijk toegenomen drukte op straat van half mei. Volgens sommigen waren de eerste vrij milde maatregelen zoals geen handen schudden, vaak je handen wassen en thuis blijven bij geringe klachten al behoorlijk effectief, en vooral te laat genomen. Er zijn steeds sterkere aanwijzingen dat mensen buiten nauwelijks besmet zijn geraakt en vooral de matige luchtverversing binnen en het langere tijd dicht op elkaar verblijven problematisch is. Ook zijn er sectoren die bijzonder kwetsbaar zijn: na de verpleeg- en verzorgingshuizen zijn nu de slachthuizen een probleem: hier werken arbeidsmigranten vaak dicht op elkaar, worden in kleine busjes naar de werkplek vervoerd en leven met tien man in een huis. Ook zijn er in enkele scholen, kerken en moskeeën veel besmettingen geconstateerd.

Een nieuw probleem diende zich begin juni aan toen er wereldwijde verontwaardiging en woede heerste over de dood van een zwarte man door een witte politieagent in de VS. Op pinkstermaandag kwamen duizenden demonstranten naar de Dam die daar dicht op elkaar stonden. Hiermee had men niet gerekend, maar de burgemeester vond het een groter risico om in te grijpen en stelde het demonstratierecht boven het risico op verspreiding van corona. Dit kwam haar op felle kritiek te staan. Virologen zijn het niet eens over het risico ervan; het goede weer en het feit dat velen een mondkapje droegen beperken de kans op grootschalige besmettingen.

Boetes

Wat tot slot opvalt is dat maatregelen niet altijd consequent zijn en ook dat er vaak onduidelijkheid is of vooral was over wat wel en niet kan, en dat zaken soms wel en soms niet worden beboet. Zo mag er op dit moment (begin juni) weer in groepen tot 10 personen buiten worden gesport, maar is het onduidelijk of je buiten in georganiseerd verband mag picknicken. Er zijn boetes uitgedeeld aan mensen die voor de versoepelingen van half mei met zijn vieren op anderhalve meter afstand van elkaar in het park zaten of een gebakje aten, of met zijn drieën in een tuin zaten, ook op afstand. Iemand werd beboet die 4 mensen thuis had uitgenodigd, nadat de buren hem hadden 'aangegeven'.  De ene boa beboet wel, de andere niet. Er is volgens sommige boa's een verschil tussen afspreken met zijn drieën buiten (samenkomst) en groepsvorming (je laat de hond uit en komt spontaan bekenden tegen). Het eerst zou strafbaar zijn, het tweede niet. Volgens sommige interpretaties, want zo staat het niet in de noodwet. Per plaats en per boa worden zaken anders geïnterpreteerd. Daarbij blijken veel boetes fouten te bevatten. Volgens sommige juristen zouden de meeste boetes geen standhouden voor de rechter, en ook politieke partijen twijfelen aan de boetes. GroenLinks heeft mensen die zich gedupeerd opgeroepen bezwaar aan te tekenen bij de rechter. Sheila Sitalsing verwoordt het zo:

Belangrijker: de coronaboetes deugen ook veelal niet omdat ze drijven op willekeur en ongelijke behandeling (in Voorburg hadden Lou en Taco geen boete gehad, lichtte de verbaliserende boa behulpzaam toe), en omdat de noodverordeningen waarop ze zijn gebaseerd een veel te langdurige inbreuk vormen op grondrechten, zeggen staatsrechtgeleerden.

Maandag gaf de Raad van State de klagende juristen gelijk in een advies voor de Tweede Kamer. De noodverordeningen sluiten niet aan ‘bij de specifieke wettelijke grondslag die de Grondwet eist voor de beperking van grondrechten’. Democratische controle is er amper op, omdat de ongekozen voorzitters van de veiligheidsregio’s min of meer hun gang kunnen gaan.

Vandaar dat niet alleen politieke partijen maar ook hoogleraren mensen oproepen de boetes niet te betalen. De regels waren zo onduidelijk dat ook Rutte er niet meer uitkwam: op de laatste persconferentie op 19 mei zei hij dat met vier mensen in het park zitten gewoon mag en ook altijd heeft gemogen, terwijl daar veel boetes voor zijn gegeven.

Inconsequenties: binnen mag je meerdere mensen uitnodigen, buiten is met meer dan 2 samenkomen strafbaar (tot half mei?). Je mag wel buiten sporten tot 10 mensen, maar niet erna nog even napraten, op anderhalve meter afstand. Demonstreren met honderden of duizenden mag wel, picknicken in het park niet. Vliegtuigen mogen weer met volle bezetting vliegen, ander ov rijdt op maximaal halve bezetting en in de auto mag je niet met meer dan 2 mensen uit een verschillend huishouden zitten. 


woensdag 10 juni 2020

Vlieg er eens uit met corona

Misschien moet het kabinet zijn oren iets minder naar de luchtvaartlobby laten hangen...

[Dit artikel verschijnt ook op ThePostOnline.]

Waarom gelden coronaregels wel op de grond en niet in de lucht? Een paar weken geleden zag het er nog naar uit dat er voorlopig nauwelijks gevlogen gaat worden. De grenzen zaten dicht, er gold een negatief reisadvies voor alle landen en afstand houden is in een volgepakt vliegtuig natuurlijk een illusie. “De groei van Schiphol wordt mede door de coronacrisis de komende jaren fors beperkt”, zo meldde de NOS nog hoopvol op 13 mei. Het kabinet meldde van de situatie gebruik te willen maken om Schiphol te vergroenen, de geluidsoverlast te verminderen en vervolgens weer langzaam en gecontroleerd te laten groeien. Het onmogelijke leek opeens realiteit te worden. Zoals op meer gebieden (thuiswerken, spreiding van lesuren op scholen en universiteiten buiten het spitsverkeer, en wellicht meer ruimte voor de fiets) zou corona weerbarstige zaken vloeibaar maken.

Inmiddels zijn we vier weken verder en worden de meeste Europese binnengrenzen per 15 juni weer geopend en het negatieve reisadvies aangepast. Direct meldden luchtvaartmaatschappijen dat ze hun activiteiten snel willen opvoeren. Ze willen zich daarbij niet aan de anderhalve meter afstand houden, want dat zou de vluchten onrendabel of een stuk duurder maken.

Hierover is terecht veel verontwaardiging. Een zanger meldde in een persbericht dat hij een concert in een vliegtuig wil geven: In tegenstelling tot concertzalen mogen deze namelijk volgens de huidige corona-regels wel gevuld worden met meer dan 500 bezoekers. Kort nadat diverse media zijn bericht hadden overgenomen verklaarde hij dat het persbericht slechts een stunt was, bedoeld om de dubbele standaard aan de kaak te stellen.

Een vriend van me schreef op facebook: “Met de trein mag je alleen reizen ‘als het echt niet anders kan’, maar de milieuvervuilende vliegbranche juicht: we mogen weer! Op naar de zonnige Europese vakantiebestemmingen!” Misschien is dat omdat er geen verpleegsters en andere mensen in cruciale beroepen in vliegtuigen zitten, dus dan maakt het niet uit als je een ander eventueel besmet? Jesse Klaver vroeg aan de minister “wat het medische argument is om te zeggen dat in vliegtuigen mensen als haringen in een tonnetje bij elkaar kunnen en er geen risico op besmettingen is?”

Nationaal orakel Jaap van Dissel verklaarde dat het OMT niet om advies is gevraagd en men dat daarom ook niet gaf. Maar hij zei vervolgens wel te begrijpen waarom de anderhalve meter niet in vliegtuigen kan worden toegepast: “Ik kan me voorstellen dat het ingewikkelder is om dat in vliegtuigen aan te kunnen houden, om toch nog tegen redelijke prijzen te kunnen vliegen. Maar in eerste instantie is het aan vliegtuigmaatschappijen om te laten zien dat ze mensen op een veilige wijze vervoeren.” Pardon? Hoezo is dat ‘ingewikkelder’ dan in treinen, bussen, theaterzalen, horeca en kantoren? De hele cultuursector en alle publieke vervoer kan niet rendabel en betaalbaar functioneren met anderhalve meter afstand. Voor veel mensen betekent de anderhalve meter het einde van hun bedrijf, van hun werk, van hun bestaanszekerheid. En hoewel ik het er op zichzelf mee eens ben dat 100% veiligheid niet reëel is en ook economische en sociale argumenten een rol moeten spelen in de afwegingen die worden gemaakt, is de dubbele standaard op dit gebied stuitend.

Op pinkstermaandag kwamen er op de Dam duizenden mensen naar de antiracisme demonstratie. Het besluit van de burgemeester om de anderhalve meter noodgedwongen voor even los te laten en er het beste van te hopen, kwam haar op felle kritiek te staan en op een luide roep uit rechtse hoek om haar aftreden. Een paar dagen later werden alle demonstraties op de Dam verboden. Bij alle andere antiracisme demonstraties van afgelopen week werd de anderhalve meter gehandhaafd. Dat er in treinen, horeca, bij kappers, op stranden met mooi weer en supers in het spitsuur niet altijd door iedereen anderhalve meter afstand wordt gehouden blijkt niet zo'n punt als we naar de cijfers van ic’s, ziekenhuisopnames en overledenen kijken, die nog gestaag blijven dalen.

Maar dat werkt alleen omdat we er allemaal wel naar streven, omdat we opletten, omdat het om kortstondige ontmoetingen of ‘passeringen’ gaat, of de anderhalve meter wel wordt benaderd. Wanneer in vliegtuigen de middelste stoel wordt leeg gelaten zou je zo'n benadering krijgen: om echt anderhalve meter afstand te houden zou maar een van de drie stoelen in een rij bezet kunnen zijn, en moet de rij ervoor en erachter helemaal onbezet zijn, maar door alleen de middelste stoel vrij te laten vergroot je de veiligheid al enorm en trek je geen lange neus naar de coronaregels. Zo werkt het nu ook in het o.v.: halve bezetting en verder goed opletten en mondkapje op.

Volgens het ministerie wordt er voor de luchtvaart geen uitzondering gemaakt. Zij verwijst naar de protocollen die men daar heeft opgesteld, net als in andere sectoren. Men benadrukt wel het verschil met ander o.v. omdat de luchtvaartsector internationaal georiënteerd is. Andere landen zijn echter niet minder streng dan Nederland wat betreft corona maatregelen, en in alle landen is afstand houden van 1 tot 2 meter een dwingende norm. Rutte verwijst naar de mondiale koepel van luchtvaartmaatschappijen IATA, De Jonge noemt EASA, de Europese organisatie voor luchtvaartveiligheid, aldus de NRC. De richtlijnen die zij hebben opgesteld grossieren echter in vrijblijvendheid. Alleen ‘daar waar mogelijk’ moet anderhalve meter afstand worden gehouden. Tussen de stoelen is dat duidelijk niet mogelijk, want dan kan er geen winst meer worden gemaakt en dus niet meer worden gevlogen, zo erkent men.

Waar de trein alleen bedoeld is voor noodzakelijke ritten, is 90% van het vliegverkeer voor onnodige vakanties. Vakantie vieren is leuk, ik ben ook blij dat de grenzen open gaan, maar kan natuurlijk best wat dichter bij huis. Of met een duurder ticket, want vliegen is sowieso absurd goedkoop in vergelijking met andere vormen van vervoer en in verhouding tot de milieuschade die het veroorzaakt. We hadden de corona crisis aan kunnen grijpen om dit recht te trekken. Om vliegen blijvend duurder te maken, te ontmoedigen, de onterechte voordelen die de luchtvaartsector geniet stop te zetten. Maar die lijken nu alleen maar toe te nemen.

Even leek het erop dat het beleid voor vliegverkeer nu eindelijk bijgesteld zou worden. Misschien is het nog niet te laat en kan de politiek zich alsnog daadkrachtig opstellen. De Tweede Kamer heeft dinsdag via een motie het kabinet opgedragen het RIVM snel onderzoek te laten doen naar de risico's op coranabesmetting in vliegtuigen. Op basis daarvan moeten er regels worden opgesteld voor het houden van voldoende afstand aan boord. Dit onderzoek moet 15 juni klaar zijn. Of dat een gedegen onderzoek wordt is dus de vraag, en de belangen zullen wel te groot zijn om alsnog met harde eisen te komen zoals in andere sectoren.

Als we met zijn allen drie maanden thuis kunnen werken en bijna al onze sociale activiteiten op afstand doen, als scholen en universiteiten lessen op afstand geven en hun tijden kunnen aanpassen, als horeca en winkels worden heringericht en een fractie van het vroegere aantal mensen binnen mag zijn c.q. zitten, als we voorlopig kunnen afzien van alle grote evenementen, feesten, sportwedstrijden, concerten, samen zingen en dansen, en bezoek aan onze familie in de verzorgingshuizen nog steeds zeer beperkt is, dan is het zeker ook mogelijk om niet meer voor 50 euro naar Barcelona te vliegen? Misschien moet het kabinet zijn oren iets minder naar de luchtvaartlobby laten hangen en bedenken wat aanvaardbare risico's zijn om weer meer te kunnen openen en aan belangrijke behoeftes van mensen tegemoet te komen, en wat misschien net wat minder belangrijk is?


woensdag 6 mei 2020

Maatregelen in tijden van corona *

* Anderhalve meter is niet overal haalbaar of nodig.

(De Jansberg bij Plasmolen in april 2020.)

[Dit artikel verschijnt ook op ThePostOnline.]

Wie mag er straks nog met de trein of bus? Die vraag begint urgent te worden nu het openbaar vervoer zich voorbereidt op anderhalve meter afstand. Het zal al snel te druk worden als de corona-maatregelen versoepelen en meer mensen naar werk, school of – wie weet – privé activiteiten mogen reizen. We worden al weken opgeroepen om alleen noodzakelijke ritjes te maken, en 'dagjesmensen' zoals winkelende vriendinnen of 'mensen met weekendtassen' worden aan de schandpaal genageld. Een tweet van een verpleegster die in een duidelijk te volle trein terecht kwam maakte een paar weken geleden een storm aan verontwaardigde reacties los. De FNV pleit ervoor dat alleen mensen in cruciale beroepen met de trein mogen reizen. De NS vindt dat ook en roept dit om in de trein.

Ik erger mij persoonlijk behoorlijk aan hoe makkelijk men over andermans reizen oordeelt. Een verslaggever van Nieuwsuur was aan passagiers gaan vragen waarom ze met de trein gingen. Die waren vervolgens te beleefd om 'dat gaat u niks aan' te antwoorden, en dus antwoordde een glimlachende vrouw 'de liefde'. Waarop een conductrice zei dat een ritje naar je geliefde niet noodzakelijk is.

Vrijheid
Dat treinreizen op het moment wordt ontmoedigd is logisch, en ik denk dat de overgrote meerderheid uit zichzelf al niet gaat als men de reis niet belangrijk acht. Ik heb er ook alle begrip voor als straks op bepaalde tijden de cruciale beroepen (het wordt nog best lastig om te bepalen wat daar onder valt) voorrang krijgen. We moeten echter niet te lichtzinnig met de vrijheid van het individu omspringen. Ook een strikt genomen niet noodzakelijke reis kan een belangrijke functie hebben. Mensen zonder auto die alleen wonen en hun familie en vriendenkring niet op fietsafstand hebben, zijn voor hun sociale welbevinden afhankelijk van het openbaar vervoer. In het 'nieuwe normaal' moeten ook zij hiervan gebruik kunnen blijven maken om niet te vereenzamen. Het is niet menselijk om maanden, misschien wel jaren, praktisch gescheiden te worden van geliefden, familie en vrienden. Op de vraag wat het belangrijkste is in het leven wordt niet zelden 'de liefde' of 'vriendschap' geantwoord. Laten we die nu niet te makkelijk opofferen en als onnodige en luxe bijzaak beschouwen.

Er zal voortdurend een afweging gemaakt moeten worden tussen het risico op meer coronabesmettingen en de vrijheid van het individu om zijn leven te kunnen leven, te kunnen werken, studeren, familie en vrienden ontmoeten, voor anderen te zorgen of ook een hobby of sport te beoefenen. Dit moet vaak met beperkte informatie gebeuren. Toen de regering half maart besloot om snel een aantal sectoren van de maatschappij te sluiten was dit noodzakelijk om de snelle groei van het aantal besmettingen en ziekenhuisopnamen tegen te gaan. Er was geen tijd om uitgebreid per maatregel de voors en tegens af te wegen en wetenschappelijk te onderbouwen hoe noodzakelijk die is. Inmiddels zijn we 7 weken verder en dalen de cijfers sinds een maand gestaag.

Afstand
De regering lijkt nu iets op te schuiven en de nadruk meer te gaan leggen op verantwoord naar buiten gaan in plaats van zoveel mogelijk binnen blijven. Er is zelfs sprake van het openen van terrassen en strandtenten per 1 juni. Er wordt echter star aan de anderhalve meter vast gehouden.

Daarbij is de onderbouwing van de onverbiddelijke anderhalve meter vrij dun. Verschillende landen en instanties hanteren een andere afstand. Het RIVM meldt dat deze is gebaseerd op de afstand die de druppeltjes die met hoesten en niezen worden verspreid kunnen afleggen voordat zij na enkele seconden neerdalen. Dan heb je het over recht vooruit hoesten of niezen, wat niemand nu nog in zijn hoofd zal halen, als je überhaupt je al buiten waagt terwijl je ziek bent. Ik heb sinds de lockdown nog niemand in de openbare ruimte zien hoesten of niezen. De kans wordt klein geacht dat  je door de minuscule aerosolen die met ademhalen en praten vrijkomen elkaar kunt besmetten. Deze druppeltjes zouden weinig virussen bevatten. Deze blijven overigens langer in de lucht en verspreiden zich verder, dus daar zou de anderhalve meter sowieso niet tegen helpen. Zolang mensen niet hoesten of niezen (of de hoesters en niezers geen corona hebben, maar dat weet je doorgaans niet) is er dus niks aan de hand, al sta je zo ongeveer op elkaars tenen.

Dat enige afstand houden werkt is wel zeker aannemelijk. We zitten meer aan ons gezicht dan we denken, onze handen zijn viezer dan we denken en raken meer aan dan we denken. Bovendien blijken ook veel mensen het virus door te kunnen geven zonder zelf duidelijke symptomen te hebben. Door strak aan de anderhalve meter vast te houden wordt het moeilijk of bijna onmogelijk om een aantal sectoren van de samenleving weer op te starten. Het ov, dat meer dan uitgaan en cultuur een basisvoorziening is, kan zijn functie dan zeker niet meer vervullen. In veel landen wordt om die reden het dragen van een mondkapje verplicht gesteld. Over de effectiviteit daarvan wordt getwist. Deskundigen wijzen bovendien op de gevaren van niet goed gebruik ervan en het gevoel van schijnveiligheid dat het biedt. Het zit daarbij zo ongemakkelijk dat de kans groot is dat mensen geregeld aan het kapje zitten te frunniken of eronder krabben, wat de effectiviteit zeker niet zal bevorderen. Wij zijn nou eenmaal geen gedisciplineerde Aziaten. 

Mensenmassa’s
Waar veel mensen in een kleine bedompte ruimte bij elkaar zitten kan één iemand tientallen anderen besmetten. Achteraf zijn diverse besmettingen herleid tot grote bijeenkomsten, feesten, een après-ski bar, carnaval etc. Hoe dit precies in zijn werk is gegaan is mij daarbij nog niet duidelijk geworden, en ik hoop dat nader onderzoek naar de precieze verspreiding van het virus meer duidelijkheid zal verschaffen. Gaf een barman in de betreffende après-ski bar in Tirol iedereen een hand, zat hij steeds aan zijn neus voordat hij mensen hun biertjes gaf, was er een onverbeterlijke hoester in de ruimte? Naast feesten waren in Noord-Frankrijk een grote kerkelijke bijeenkomst en in Tirol een artsencongres vermoedelijke boosdoeners. Ook in verschillende verzorgingshuizen zouden religieuze diensten de bron van een besmettingsgolf zijn geweest.

Van volgepakte feestzalen en massale bijeenkomsten naar geen enkele groepsvorming en minimaal anderhalve meter afstand  is een grote stap. Rutte en anderen waarschuwen voortdurend voor de risico's van rijen voor de Ikea (maak er vooral geen uitje van!) , groepjes mensen in het park (laatst werden drie jongeren gesommeerd weg te gaan die op zeker 2 meter afstand van elkaar zaten, dit was niet strafbaar volgens de regels van het RIVM en in feite voorbeeldig gedrag dat een pluim verdient), drukke winkelstraten en teveel wandelaars en fietsen op de paden. Toen eind maart iets teveel mensen naar de kersenbloesems in het Amsterdamse Bos kwamen kijken waarschuwden virologen dat dit zeker op de ic's terug te zien zou zijn twee weken later. Zo wordt mensen die, zoals ook onze premier beaamt, zich vaak voorbeeldig gedragen, nodeloos een schuldgevoel aangepraat en bang gemaakt.

Middenweg
De cijfers gaan sinds begin april gestaag omlaag. Was er aanvankelijk sprake van 2400 bedden voor de ic en een piek in mei, in werkelijkheid bleef het steken op 1400 en was de piek begin april. We worden nu al een tijdje gewaarschuwd voor een tweede besmettingsgolf (die uiteraard erger zal zijn dan de eerste). De mensen die bij de Ikea in de rij stonden hadden het op hun geweten als dadelijk de ziekenhuizen weer volstromen. Ondertussen is er niks wat hierop wijst. De toegenomen paasdrukte, inmiddels vier weken geleden, heeft zich niet in de cijfers vertaald, net als de mensen die naar de bollenvelden in Lisse kwamen kijken en zich de woede van de burgemeester aldaar op de hals haalden, en de groepjes motorrijders en wielrenners begin april (waarna met Pasen maar gelijk een hoop dijken en het Heuvelland werden afgesloten). Daarbij lopen de cijfers in landen waar een veel strengere lockdown van kracht was zoals België, niet sneller terug dan bij ons.

De gulden middenweg, de juiste balans tussen enerzijds beperken van het risico op besmetting en anderzijds mensen hun vrijheden niet meer aantasten dan nodig, ligt ergens tussen deze uitersten in. Het lijkt erop dat die anderhalve meter zeker niet overal en zo strikt nodig is. Het is een zeer ruim genomen veiligheidsmarge, voor het geval je met iemand achter je in de rij te maken hebt die zo onfatsoenlijk is er eens flink op los te hoesten (maar zo iemand houdt zich wellicht nou net niet aan de anderhalve meter...) of, en dat is waarschijnlijker, iemand die nog net niet ziek is en even last heeft van wat kriebel en vergat in zijn ellenboog te hoesten. Staan we allemaal op elkaar gepakt dan zou zo iemand verschillende anderen kunnen besmetten.

De relatieve drukte waarvoor de afgelopen weken zo werd gewaarschuwd lijkt toch niet tot veel besmettingen te hebben geleid. Ik heb de indruk dat de meeste nieuwe besmettingen ontstaan in de zorg, deels doordat mensen met te weinig beschermende middelen moeten werken of moesten doorwerken bij milde klachten, maar ook omdat dit werk noodgedwongen risico's met zich meebrengt en wel echt noodzakelijk is. Daarnaast doet zich nu een probleem voor onder arbeidsmigranten die vaak in onveilige situaties moeten werken van louche uitzendbureaus en met een aantal mensen in een woning vertoeven terwijl de arbeidsinspectie nauwelijks ter plekke controleert.

Beheersbaar
Nu de eerste schrik achter de rug is en de situatie in de ziekenhuizen en op de ic's weer beheersbaar is, wordt het tijd de genomen maatregelen preciezer en kritischer tegen het licht te houden. Kan het echt zoveel kwaad als we in het ov, op het terras of de bioscoop wat dichter bij elkaar zitten, bijvoorbeeld met een halve bezetting? Hoeveel risico lopen groepen wandelaars, hardlopers en teamsporters? Hoe erg is het als mensen buiten, waar de lucht sneller verwaait, weer in (kleine) groepen mogen samenkomen? Wordt daar onderzoek naar gedaan? Waar komen eigenlijk momenteel de meeste besmettingen vandaan (klopt mijn bovengenoemde vermoeden) en hoe verspreidt het virus zich? Het is vreemd dat daar blijkbaar nog steeds zo weinig over bekend is.

Het vergt veel van mensen om langere tijd af te zien van sociale nabijheid, van gezelligheid, van het gevoel bij een groep te horen en samen te zijn en te lachen, om nog te zwijgen van de impact die een faillissement of het verlies van je baan op niet alleen je economische maar ook psychische welbevinden heeft. Het is daarbij ingrijpend als basale vrijheden zoals het recht op samenscholing, en de vrijheid om wanneer je wilt met wie je wilt naar buiten te gaan, naar de stad of het ommeland of je moeder of partner in het verzorgingshuis te bezoeken of met het ov te reizen, worden aangetast. Als dit echt nodig is om de verspreiding van het corona virus in te dammen en met name onze ouderen te beschermen, wil bijna iedereen dat offer brengen, al komt ook dan de limiet wel een keer in zicht. Maar daar mag inmiddels, bijna twee maanden verder, wel een wat stevigere onderbouwing voor komen. En misschien blijkt dan wel dat we met de helft van de maatregelen genoeg doen om te voorkomen dat het virus weer om zich heen grijpt.